h2 class="sidebar-title">Links muziekgek: juni 2006

muziekgek

Music is my first love, op deze weblog geef ik verslag van muzikale zaken waar ik mee bezig ben. Dat kan een internet adres zijn, een artiest of andere onderwerpen die met muziek te maken hebben.

maandag, juni 26, 2006

Download nu het nog kan!

Uit een artikel uit de NRC blijkt dat de Russen in de loop van deze zomer een veranderde wetgeving zullen krijgen. Daardoor zal meer geld door allofmp3 afgedragen moeten worden dan nu het geval is. Het downloaden zal dan veel duurder gaan worden. Dus sla je slag nu het nog voor ca. 10 dollarcent per nummer kan.

dinsdag, juni 13, 2006

Songteksten en bijbehorende accoorden

Op www.chordie.com is een schat aan songteksten en accoorden beschikbaar. Dat is iets handiger dan in het vinyl tijdperk. Dan was het de naald liften, snel de tekst opschrijven en de naald weer laten zakken. En dan maar hopen dat je het goed verstaan had. Sommig woorden werden dan gewoon fonethisch weergegeven.
Heel handig is hier ook dat als je de toon te hoog of te laag vindt je door middel van de knop transponeren een andere toonhoogte kunt kiezen, de accoorden worden dan automatisch aan de gekozen toonsoort aangepast. Erg handig!

Concertzender

Ik wil nog een keer wijzen op de vele goede muziek die de concertzender "on demand" uitzendt, je kunt dus wanneer je maar zin hebt luisteren naar de meest uiteenlopende muziek. Wereldmuziek, jazz blues en specials over Bob Dylan en Joni Mitchell.
Er zijn 9 uur durende uitzendingen waar je met behulp van de Real Player het gedeelte kunt zoeken wat je wilt beluisteren. Of eventueel opnemen met Totalrecorder.

maandag, juni 12, 2006

zoek je songteksten!

Op www.lyricsondemand.com zijn er gigantisch veel songteksten te vinden, vaak gegroepeerd per album van de desbetreffende artiest.

zondag, juni 11, 2006

waar luistert Bush naar?

Bush's iPod reveals music tastes

Ain't no Fortunate Son, but Bush doesn't listen only to supporters
George W Bush is a fan of country music and classic rock, but he also likes "a little bit of hard core and honky tonk", his iPod playlist suggests.
His 250 songs include country greats George Jones and Alan Jackson, but also My Sharona by the Knack.

Mr Bush has an aide download music for him and listens to it while mountain biking, the New York Times reported.

Rolling Stone journalist Joe Levy called the playlist "feel-good music. The Sex Pistols it's not."


"It's safe, it's reliable, it's loving," Mr Levy said.

"One thing that's interesting is that the president likes artists who don't like him," he added.

WHAT'S ON THE FIRST IPOD
John Fogerty: Centerfield
Van Morrison: Brown-Eyed Girl
Stevie Ray Vaughan: The House is Rockin'
The Knack: My Sharona
Blackie and the Rodeo Kings: Swinging from the Chains of Love
Country stars Alan Jackson, George Jones, Kenny Chesney
Classic rockers Eric Clapton, Robert Palmer, Bryan Adams

That group includes former Credence Clearwater Revival singer John Fogerty, whose baseball anthem Centerfield is on the iPod.

CCR's anti-Vietnam war song Fortunate Son is not, Mr Bush's cycling partner Mark McKinnon said.

"If any president limited his music selection to pro-establishment musicians, it would be a pretty slim collection," Mr McKinnon told the New York Times.

He advised against "psychoanalysing" the playlist.

"It's music to get over the next hill," Mr McKinnon said.

Mr Bush's daughters gave him the iPod for his birthday last July.

vrijdag, juni 09, 2006

Nieuwe van Calexico

Calexico geeft aftrap voor Les Nuits Botanique door Dirk Steenhaut

'Droevige muziek kan ook opbeurend zijn'

Op hun nieuwe cd Garden Ruin heeft Calexico onverwachts het roer omgegooid. De mariachigetinte rootsmuziek van weleer is nu verdrongen door een uitgebalanceerd popgeluid dat helemaal past in de singer-songwritertraditie. Morgen opent het Amerikaanse combo Les Nuits Botanique.

Calexico is een groep die constant in beweging blijft, ook al doet ze dat intuïtief en onberedeneerd. 'We genieten vooral van het proces van het muziekmaken', legt zanger-gitarist Joey Burns uit. 'De reis is belangrijker dan de bestemming.'

Garden Ruin, de vijfde plaat van Calexico, roept het beeld op van een verloren paradijs. Het is een metafoor voor de zondeval in de tuin van Eden én voor onze met vernietiging bedreigde planeet. Zo haalt Burns uit naar multinationals waarvoor het winstprincipe belangrijker is dan de zorg om het milieu. Het uitgangspunt van Garden Ruin is tegelijk persoonlijk en politiek: de cd bevat niet alleen de openhartigste songs die Burns ooit uit zijn pen liet vloeien, maar ook zijn meest maatschappijkritische. 'All Systems Red' en 'Roka' zijn donkere, apocalyptische nummers over dood en verval.

"Door toedoen van George W. Bush is de Amerikaanse samenleving meer dan ooit verdeeld", vertelt Burns. "Democratische verworvenheden komen op de helling te staan en met de waarden waar je in gelooft wordt systematisch de vloer aangeveegd. Doordat we als groep veel tijd in Europa hebben doorgebracht, zijn we voor die dingen extra gevoelig. En de media hebben de kloof nog dieper gemaakt: als burger heb je nauwelijks toegang tot ongemanipuleerde informatie.

"Als songwriter luister ik naar wat mensen zeggen en voelen, geef ik lucht aan hun machteloosheid en frustratie, want velen vinden dat ze monddood zijn gemaakt. Als artiest heb je dezer dagen dus veel om over te schrijven, maar de kunst is de negatieve energie die in de lucht hangt in iets positiefs om te buigen. In die zin ben ik geïnspireerd door films als Syriana en Good Night and Good Luck van George Clooney of een boek als Fools Rush In: A True Story of Love, War and Redemption van Bill Carter, een fotograaf met wie Calexico al jaren bevriend is. Ik neem een voorbeeld aan hun passie en integriteit. Sommige thema's uit Garden Ruin kwamen al op onze vorige cd's aan bod, maar nooit zo expliciet als nu. Vroeger schreef ik over de mythische aspecten van Amerika, sinds de herverkiezing van Bush valt de grauwe werkelijkheid echter niet langer te negeren."

Vreemd genoeg is Garden Ruin de eerste plaat van Calexico zonder instrumentals. "De overgang naar echte songs verliep volkomen natuurlijk. Woorden zijn voor ons belangrijker geworden, net omdat ze in de samenleving steeds vaker in de verdrukking komen." Toch doen Joey Burns' teksten vrij abstract en impressionistisch aan. "Die openheid is belangrijk: het mag niet te prekerig worden. Een politieke boodschap wint aan kracht als ze poëtisch wordt verpakt of in metaforen wordt vertaald. Daarom hou ik zo van folksongs: de meeste vertellen een verhaal dat op diverse niveaus kan worden uitgelegd."

Samen met The Walkabouts behoort Calexico tot de weinige Amerikaanse bands met een eerlijke belangstelling voor Europese cultuur. 'Roka' is bijvoorbeeld een samenwerking met Amparo Sanchez van de Barcelonese groep Amparanoia, terwijl 'Nom de Plume' in de taal van Molière wordt gezongen. "Met dat laatste maken we een sterk statement", zegt Burns. "Sinds de oppositie van de Fransen tegen de inval in Irak eten veel Amerikanen immers geen french fries meer, maar freedom fries. Zelfs mijn eigen vader wenst de Fransen naar de hel."
'Roka' werd dan weer ingegeven door CNN-ankerman Lou Dobbs die, inspelend op de gecultiveerde angstpsychose in de VS, illegale Mexicaanse migranten systematisch als terroristen omschrijft.

"Waarom geven we niet toe dat onze economie overeind wordt gehouden door mensen die voor een hongerloon ons vuile werk komen opknappen? Waarom zouden we mensen die hun huis, familie en land achterlaten en elders op zoek gaan naar een beter leven als vijanden beschouwen? Dat getuigt van evenveel kortzichtigheid als beweren dat alle Amerikanen het eens zijn met de oorlogszuchtige retoriek van Bush."

Calexico, de naam is een samentrekking van Californië en Mexico, was altijd al gefascineerd door grenssituaties. "Mijn moeder onderwees vroeger Engels aan Spaanstaligen in een barrio van LA en telkens wanneer ze me er mee naartoe nam, hoorde ik er muziek die uit een ander universum afkomstig leek. Ook de film Safe Journey van Tony Gatliff heeft op mij een enorme impact gehad. Toch begonnen die Mexicaanse klanken pas echt in mij te resoneren toen ik in Tucson, Arizona ging wonen. Ik hou van blues in mineur, van het soort melancholie dat je aantreft in Portugese fado, de Afro-Peruviaanse songs van Susana Baca of de bitterzoete nostalgie in veel Braziliaanse muziek. Al die genres kunnen triest en dramatisch zijn, maar ook vitaal en opbeurend. De minimalistische elektronische muziek van Oval heeft op mij precies hetzelfde effect."

Door het op Garden Ruin stilistisch over een andere boeg te gooien, heeft Calexico zowel zichzelf als zijn publiek uitgedaagd, vindt Joey Burns. "Ik snap dat sommigen het mariachi-ingrediënt in onze muziek zullen missen, maar hou zelf te veel van die stijl om er routineus mee om te springen. Onze muzikale vocabulaire is ruimer dan dat: er valt nog zoveel te ontginnen."

Tien jaar lang vormde Burns met drummer John Convertino de ritmesectie van Giant Sand, maar ook vandaag doet het duo niets liever dan collega's als Neko Case of Gotan Project in de studio een duwtje in de rug geven. "Het is fijn tot een gemeenschap te behoren: mensen met wie je eet, drinkt, van het leven geniet en dezelfde golflengte deelt. Muziek is iets wat ons allemaal bindt. Het is de grote gelijkmaker."

Jean Toots-Nog altijd zotte rakker


Toots Thielemans: Nog altijd zotte rakker door Didier Wijnants

We hebben het allemaal van Johan De Poortere mogen vernemen via de radio: na zijn recente concert in Carnegie Hall behoort Toots definitief tot de groten van de jazz. En dat hij toch wel met echte jazzlegendes als Ivan Lins en Oscar Castro-Neves mocht optreden! Lins? Castro-Neves? Laat ons eerlijk zijn: als het om jazz gaat, is Toots zonder meer een reus naast deze dwergen.

Maar het gaat natuurlijk niet alleen over jazz, zeker niet in de merkwaardig interessante loopbaan van ons aller lieveling Toots Thielemans.

Ach, hij is zo pienter en oprecht tegelijk, je hebt er eigenlijk nooit echt vat op. Op het podium en daarnaast gedraagt hij zich als het sympathieke volksmannetje, altijd paraat voor een lieve kwinkslag, verpakt in veel woorden, 'sotto voce' maar wel 'allegretto' uitgesproken in een erg vaardige mengeling van Brussels en Engels.
Alleen al aan zijn spreken merk je dat hier een heel intelligente man achter schuilgaat, veel meer dan het simpele ketje uit de Marollen die het geluk in New York is gaan zoeken.

Dat ketje was immers zijn tijd vooruit. Hij wist al in de jaren vijftig dat het huwelijk tussen jazz en entertainment geen definitieve dood gestorven was. Dat leek toen nochtans zo na de teloorgang van de swingorkesten, de vestiging van bebop als jazznorm en het succes van rock-'n-roll.

Toots speelde bebop als de besten, in 1949 en 1952 nog met Charlie Parker himself. En hij werd in het milieu meteen erg geprezen, niet alleen voor zijn gitaarspel, maar later vooral voor zijn curieuze beheersing van het fluiten en het improviseren op de chromatische mondharmonica.

Vandaag zou zo'n man onthaald worden als een geniaal multi-instrumentalist, toen werd hij nog ingedeeld in de categorie van strijders met kromme wapens: de rubriek 'diverse instrumenten' in de jaarlijkse rondvraag van het toonaangevende jazzmagazine Down Beat.

Toots heeft die Down Beat-poll natuurlijk op zijn manier van antwoord gediend, want hij wint in die kromme categorie elk jaar, zo goed als onafgebroken sinds meerdere decennia. En dat hoewel hij bewust gekozen heeft voor een carrière buiten het strikte jazzmilieu.

Ook dat gebeurde al in de jaren vijftig, toen hij voor het kwintet van pianist George Shearing koos.
Filmcomponisten deden op hem een beroep, Quincy Jones deed er zijn voordeel mee, zelfs Sesamstraat en Baantjer hebben een deel van hun identiteit aan Toots Thielemans te danken. Toch wordt Toots daar niet hoogmoedig van, geen haar op zijn hoofd denk eraan.

Hij blijft ook consequent jazz spelen met de top. Waarnemers doen nogal lyrisch over zijn dialoog met Herbie Hancock op het recente concert in Carnegie Hall. En dan weet je inderdaad dat je met topkwaliteit te doen hebt. Zelfs op zijn leeftijd beheerst Toots nog alle knepen van het vak. En wat hem vooral uniek maakt, is zijn onnavolgbare sonoriteit, herkenbaar van op afstand en goed voor de eeuwigheid.
Wie heeft overigens voor deze uitstekende timing gezorgd? Morgen is het 29 april: de 107de verjaardag van Duke Ellington en de 84ste van Toots Thielemans.
Elke vrijdag schrijft jazzmedewerker Didier Wijnants over de muzikant die aan bod komt in de spaaractie 'First Class Jazz'.

donderdag, juni 08, 2006

Top 100 albums aller tijden Radio 3

http://www.xs4all.nl/~fsgroen/Top100's/1985Hilversum3elpee100allertijden.html

woensdag, juni 07, 2006

De dokter zingt muziek van Mercer


Dr John: Mercernary door Dirk Steenhaut

Popgeschiedenis door een New Orleansbril bekeken
***

Mac Rebennack, alias Dr John, bewijst eer aan Johnny Mercer, een van de meest gevierde Tin Pan Alleycomponisten uit de periode van voor de rock-'n-roll.

Gumboveteraan Dr John heeft zich in het verleden al vaker vastgebeten in de grote Amerikaanse liedjescatalogus. Op In a Sentimental Mood en Afterglow waagde hij zich aan ouderwetse mainstreamballads, terwijl hij op Duke Elegant het werk van Duke Ellington naar zijn hand zette. Een andere gesofisticeerde songwriter wiens nummers, althans in de Verenigde Staten, al sinds mensenheugenis tot het collectieve bewustzijn behoren is Johnny Mercer, die zijn carrière begon tijdens de jaren dertig. Later richtte de man het befaamde Capitol Records op en maakte hij platen met tot de verbeelding sprekende muzikanten als Benny Goodman en Nat 'King' Cole.

Mercer bundelde zijn krachten afwisselend met Hoagy Carmichael ('Lazy Bones'), Harold Arlen ('Come Rain Come Shine', 'That Old Black Magic', 'Blues in the Night') en Henry Mancini (in het voor de film Breakfast at Tiffany's geschreven 'Moon River') en al die klassiekers vallen nu te beluisteren op Mercernary, een project dat Dr John werd ingefluisterd door zijn dochter.

Uiteraard vergeet de dokter niet zijn eigen stempel op het geleende materiaal te drukken. Een voor een krijgen de songs in zijn spreekkamer een portie funky swing geïnjecteerd: de rollende pianolijnen, zacht klauwende gitaren en krolse blazers ademen jazz, maar dan wel van het soort dat doorgaans uit de bars van New Orleans opkringelt.

Dr Johns even unieke als relaxte stijl blijft uit duizenden herkenbaar, ook in het instrumentale 'I'm an Old Cow Hand'. Zijn vertolking van 'Blue River', ooit doorvoeld op plaat gezet door Afghan Whigs, had echter best wat persoonlijker gemogen. (Parlophone)

Michiel de Ruyter - Jazzman



Deze hoesfoto en nog veel meer fraaie nostalgische exemplaren zijn te bewonderen in het op internet gepubliceerde archief dat een schat aan informatie bevat. Het is te zien op het Michiel de Ruyter Jazz Archief. http://mdr.jazzarchief.nl

vrijdag, juni 02, 2006

Gert Vlok Nel 2



Gert Vlok Nel - Beautiful in Beaufort-Wes
Het is nog maar 500 km naar Kaapstad. Door: Robert Dorsman
Audio
Beautiful in Beaufort-Wes
Auteurs
Gert Vlok Nel
Links
VPRO winkel: Werk van de Zuid-Afrikaanse dichter/zanger Gert Vlok Nel op cd verzameld
'Koester hem, bejubel hem, verguis hem, maar zorg er vooral voor dat Gert Vlok Nel blijft schrijven'


Dichter en zanger Gert Vlok Nel is een fenomeen in de Zuid-Afrikaanse kleinkunst. Zijn liedjes zijn beklemmend, vervreemdend, betoverend, hypnotiserend en vol melancholie. In Het uur van de wolf een portret.

Midden in de Karoo, in de dorre uitgestrektheid van deze halfwoestijn midden in Zuid-Afrika, ligt Beaufort-Wes, een groene oase met 37 duizend inwoners aan de drukke route tussen Kaapstad en Johannesburg. Hier werd in 1963 Gert Vlok Nel geboren, een buitenbeentje in de Zuid-Afrikaanse kleinkunst. Met slechts één poëziebundel, verschenen in 1993, en één cd met eigen liedjes, uitgebracht in 1998, werd hij in Zuid-Afrika razend populair.
De Karoo speelt een belangrijke rol in de Zuid-Afrikaanse letterkunde.

Een van de oudste romans uit Zuid-Afrika, The story of an African farm van Olive Schreiner (1855-1920) speelt zich er af tegen de achtergrond van bekrompenheid, racisme en armoede. Het werk van Etienne van Heerden, die in 1954 in de Karoo is geboren, staat in het teken van de plaas (boerderij), de uitgestrekte schapenhouderijen en de verhoudingen tussen blank en bruin. En J.M. Coetzee schreef in zijn autobiografische roman Boyhood dat bezoeken aan de familie-plaas Voëlfontein in de Karoo hem een totaal gevoel van geborgenheid gaven.
Dat gevoel van geborgenheid is niet te vinden in de jeugd van Gert Vlok Nel, die opgroeide in een arbeidersmilieu. Zijn vader werkte, evenals duizenden arme blanke kostwinners, bij de Zuid-Afrikaanse spoorwegen. Arme Afrikaners waren overgeleverd aan de Nasionale Party, die na WOII uit was op rassenscheiding in Zuid-Afrika. De apartheid, zoals dit beleid werd genoemd, werd in 1948 een feit. De lange periode van blanke baasskap, het 'vrijheidsideaal' van een stelletje gereformeerde mannenbroeders onder leiding van het Afrikaner establishment en met economische steun van de Engelstalige Zuid-Afrikanen, zou tot 1990 duren.

Nelson Mandela en tal van andere zwarte (en blanke) verzetsmensen kwamen in 1963 met levenslange gevangenisstraffen op Robbeneiland voor de kust bij Kaapstad terecht. Veel (zwarte) schrijvers verlieten met een exit-visum het land. Afrikaner schrijvers als André Brink, Breyten Breytenbach, Jan Rabie en Ingrid Jonker kwamen in datzelfde jaar tevergeefs in het geweer bij de invoering van strenge censuurwetten. Ingrid Jonker pleegde in 1965 zelfmoord. In een van haar laatste gedichten had ze in apocalyptische beelden over haar volk geschreven: 'Mijn volk is van mij weggerot / wat moet er worden van het rotte volk / een hand kan niet alleen bidden / de zon zal ons bedekken / de zon in onze ogen voor altijd bedekken / met zwarte kraaien'. In 1966 stak Dimitri Tsafendas in het parlementsgebouw in Kaapstad de (in 1901 in Amsterdam geboren) Zuid-Afrikaanse premier Hendrik Verwoerd dood, de grondlegger en ideoloog van de apartheid.


Scholierenopstand
Gert Vlok Nel moet, even als zoveel anderen van zijn generatie - de 'kinderen van Verwoerd' - opgroeiend in een land dat in de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd gekenmerkt door uitsluiting, toenemende rassenrellen en militair machtsvertoon, de gevolgen van de apartheid hebben gezien en ervaren. In zijn gedichten en liedjes is weinig te merken van politiek engagement. In zijn werk lijkt Vlok Nel een moeilijke jeugd en voorbije liefdes van zich af te schrijven. Zijn liedjes zijn beklemmend, vervreemdend, betoverend, hypnotiserend en zitten vol melancholie, bijvoorbeeld 'Epitaph': 'Vannacht droomde ik dat ik weer in 1975 woonde, het jaar dat ik voor het laatst gelukkig was. Toen liep ik de trap af & ging water halen in de keuken het was zo stil in huis. De mooiste jaren zijn voorbij.'

Een jaar later, in 1976, vond de scholierenopstand in Soweto (South Western Township - de zwarte miljoenenstad bij Johannesburg) plaats, waarbij honderden kinderen de dood vonden. In 'Je moet me hier niet vergeten, Dixie' zingt Vlok Nel: 'je moet mij niet achterlaten in dit land / waar ze nog heksen verbranden / dit akelige akelige land / je moet me hier niet vergeten'.

Na een afgebroken studie Afrikaans, geschiedenis en filosofie aan de Universiteit van Stellenbosch, en baantjes als gids, barman en bewaker, publiceerde Vlok Nel die ene bundel waarmee hij roem oogstte. Om te lewe is onnatuurlik - Eenvoudige spoorwegstories werd in 1995 bekroond met de Ingrid Jonker-prijs. De critici waren lovend. Etienne van Heerden noemde Vlok Nel 'een van onze mooiste talenten.' En de journalist Gawie Keyser schreef: 'Koester hem, bejubel hem, verguis hem, maar zorg er vooral voor dat Gert Vlok Nel blijft schrijven.'
Maar het werd stil rond Gert Vlok Nel. Hij raakte vergeten. Vijf jaar na de verschijning van zijn debuutbundel volgde de cd Beaufort wes se beautiful woorde, een autobiografische schets en een avondvullend programma met gedichten, chansons en visueel materiaal, helemaal in de trant van de Zuid-Afrikaanse kleinkunst, en die floreert veel meer dan de dichtkunst. Ze zijn in Nederland niet of nauwelijks bekend, die kleinkunstenaars, maar in Zuid-Afrika zijn ze een begrip: Karen Zoid, Riku Lätti, Laurika Rauch, Amanda Strydom, Bacchus Nel, Gerhard Steyn, Bernoldus Niemand, Koos Kombuis, Theuns Jordaan, Valiant Swart, en wellicht de beroemdste: Johannes Kerkorrel, die ook in Nederland enige furore maakte voordat hij in 2002 een einde aan zijn turbulente leven maakte.

Pussycat
Gert Vlok Nel is een buitenbeentje; even bescheiden als verlegen. De Zuid-Afrikaanse liedjeszanger Riku Lätti schrijft op zijn website: 'Weinig mensen weten dat die liedjes, waarvan er veel door mainstream artiesten bekend zijn geworden, zijn geschreven door de mediaschuwe Gert Vlok Nel. Gert Vlok Nel is bij een select publiek in betrekkelijk korte tijd uitgegroeid tot een cultfiguur. Er hangt een geheimzinnig aura rondom deze zanger, wat ertoe leidt dat zijn zeer weinige optredens gewoonlijk stampvol zitten met fanatieke fans die elk woord kunnen meezingen. Als er een prijs was voor vreemdste en ongenaakbaarste artiest van Zuid-Afrika, dan zou Gert Vlok Nel beslist als eerste in aanmerking komen. Zijn bijzondere en unieke schrijfstijl raakt je diep van binnen en bezorgt je telkens weer kippenvel. Kortom, je moet hem gaan zien als je de kans krijgt.'

Vlok Nel is veel meer liedjeszanger in de trant van Boudewijn de Groot, Stef Bos en Herman van Veen (vooral de laatste twee zijn in Zuid-Afrika populair) dan dichter. Vlok Nel wordt vergeleken met Bob Dylan en de Zuid-Afrikaanse zanger Koos du Plessis, die in 1984 overleed. Naast deze laatste bewondert Vlok Nel Bruce Springsteen, Tom Waits en... Toni Willé van de Nederlandse groep Pussycat.

Zijn liedjesprogramma vol 'lonesome-jubilee-Karoovlakte-blues' betekende zijn doorbraak. Stad en land reisde hij ermee af. Zijn roem bracht hem naar Nederland, waar hij te gast was bij Poetry International in Rotterdam en de Winternachten in Den Haag. Roem, ja - maar hij bleef arm. In Kaapstad speelde hij op straat een fooi bij elkaar. Hij keerde zelfs naar Beaufort-Wes terug, en trok bij zijn vader in.

Wie schrijft, die blijft, ook in Zuid-Afrika, blijkt uit de bundel Nuwe stemme samengesteld door Antjie Krog en de Nederlandse dichter Alfred Schaffer, die jarenlang in Kaapstad woonde. Allemaal poëzie in de trant van Gert Vlok Nel: hartseergedigte. Zuid-Afrikaanse uitgeverijen zijn op zoek naar nieuw dichterstalent, maar dat is dun gezaaid. Er worden meer liedjes gezongen dan gedichten geschreven. Een andere liedjeszanger, de bruindigter (kleurlingdichter) Loit Sôls, overkwam hetzelfde als Vlok Nel. Eén dichtbundel slechts, My straat en anne praat-poems (Mijn straat en andere praat-gedichten) met daarnaast wat optredens, ook in Nederland. Sôls (1957), vroeger grafisch ontwerper, houdt als straatzanger het hoofd boven water en woont in een township.
Zuid-Afrika is in snel tempo bezig om cultureel te emanciperen. Gavin Hood kreeg voor Tsotsi een Oscar in de categorie 'beste buitenlandse film'. De Zuid-Afrikaanse muziek floreert. Zwarte kwaitomuziek, hiphop, rap en heavy metal gedijen volop in de townships en in de blanke buurten. Speciaal op zwarten gerichte uitgeverijen als Kwela Boeke en Umuzi publiceren romans van jonge, ambitieuze auteurs, in een land met veel analfabetisme.

Beaufort-West
Walter Stokmans sfeervolle documentaire over Gert Vlok Nel toont het gewone leven in en om Beaufort-Wes. In de verstikkende decemberhitte van 2005 leest vader Vlok Nel ('Moenie dat die lewe jou onderkry nie') in zijn huisje gedichten van zijn zoon - voor het eerst van zijn leven, Gert was te verlegen om ze hem te laten lezen. Bij de truckstop wachten met hiv besmette kleurling-hoertjes op vrachtwagenchauffeurs. Op het kale basketbalveldje oefent een townshipmeisje met een bal. En op de blanke middelbare school zingt een groepje leerlingen in de oeroude Afrikaner zangtraditie begeleid door een blonde jongen met gitaar Vlok Nels liedje 'Rivier':

(...)
Vannacht heb ik in Colesberg geslapen
tegenover de garage waar de prostituees die met de vrachtwagens meekomen
omkeren & terugliften naar Kaapstad sommigen heb ik tijdens de lange nacht nog zien
huilen enkele heb ik horen zingen misschien over de
gemengde gevoelens die
omdraaien met zich meebrengt

Vannacht heb ik in Beaufort-West geslapen
in het Wagon Wheel Motel wou ik je nog bellen wou je
vertellen hoe droomloos
afgeknapt levensmoe ik ben & dat ik er genoeg van heb & dat ik voor
eeuwig bij jou wil komen
slapen & het is nog maar 500 km naar Kaapstad

In de kleurling-kerk leggen maagdelijk wit geklede meisjes belijdenis af van hun geloof, op de begraafplaats van het zwarte township wordt een aidsslachtoffer begraven. En Vlok Nel zingt uit 'Epitaph': 'De mooiste jaren zijn voorbij. Hoe dan ook, & toen droomde ik dat ik in een land ging wonen zover mogelijk bij Zuid-Afrika vandaan'.

muziek zelf maken en mixen

Muziek mixen op je computer

Voor het mixen van muziek zijn vele goede softwarepakketten te koop. Maar voor wie geen geld wil uitgeven is er ook een leuk gratis programma beschikbaar: Kristal Sound Engine.

Dit pakket muziekbewerkingssoftware bestaat uit een mixer, een multi-track recorder en een audio sequencer.

16 audio-sporen heb je tot je beschikking. Een 44.1 tot 192 kHz sample rate, 3-band parametric EQ enz. De filters multidelay, chorus, reverb en Kristalizer worden meegeleverd, en veel meer effecten zijn te importeren. Kristal Sound Engine ondersteunt namelijk de bij mixers populaire VST-plugins.

Hier kan het gedownload worden.

www.kreatives.org/kristal/



Het programma biedt opmerkelijk veel functionaliteit voor een gratis programma. Een aanrader voor iedereen die met muziek wil "spelen".

donderdag, juni 01, 2006

Joni Mitchell




In februari maakte de Concertzender i.s.m. het poptijdschrift Heaven een negen uur durende uitzending rond Joni Mitchell en tijdgenoten. Dit programma, Urge for Going, gaat in herhaling, en wel op de maandagmorgen tussen 11.00 en 12.00, in negen delen. Tweede Pinksterdag, aflevering 1. Ook on demand, d.w.z. dat je de programma's via de web site van de Concertzender kunt beluisteren wanneer je wilt. Als je beschikt over een programma zoals Totalrecorder kun je deze streams ook opnemen.

Corey Harris






In Martin Scorsese's film, "Feel Like Going Home," Corey Harris visits Niafunke, the Sahara Desert hometown of Malian master musician Ali Farka Toure, known around the world as the king of African blues. The encounter between Harris, a young, American blues revivalist, and Toure, a musician with a vast sense of cultural history, is as close as any of the films in Scorsese's series, The Blues, comes to grappling with the African roots of blues music. But for Harris, that was just the beginning.

A few months later, Harris went back to Niafunke. "I wanted to go back," says Harris, "because I felt like it was important to get with the music from over there, and to bring what little I know from our short tradition here as black people in America, and to put it back together and make a document of it. I'm not trying to say the blues all came from Mali. It's just one of the strains, one of the really strong strains that make up black music in America. The point is you can take that music that we have over here, and it can go over there and be conversant."

Born in Denver, Colorado in 1969, Harris always knew that Africa lay behind the music he grew up loving; R&B, funk, reggae, blues -the whole ball of wax he thought of as "black music." He went on to study anthropology at Bates College, and in the early '90s, made two extended trips to Cameroon. In Africa, Harris explored language, social reality and music in a complex, post-colonial setting, but as much as he loved looking outward, he came home determined to make his way as a blues musician. "Blues was what I understood deepest in myself," says Harris, "because I grew up with that. My mom was of that generation. She lived in the depression in northeast Texas near Louisiana, so I always heard stories about it. It wasn't a stretch for me to understand what was going on, even though it took me a while to be able to play it." Harris shook up the blues scene with his 1995 debut release, Between Midnight and Day, a masterpiece of rural blues exploration. Ever since then, he's been finding ways to extend the journey, composing new songs, reinventing old ones, following his instincts fearlessly wherever they might lead. He has performed and recorded solo and acoustic, also with his driving, electric 5x5 Band, and with New Orleans pianist Henry Butler (on the album Vu-Du Menz in 2000). Harris' Rounder Records debut, Downhome Sophisticate (2002) found him stretching out as a songwriter, merging blues, African pop, rock and electronica in one of the year's most brilliant and original releases.

On Mississippi to Mali, his sixth album, Harris returns to his roots, but with a whole new spin. "I really approached this as a student," he says. "I was going to go out and learn something, and deepen my understanding of what it is I do, and why I'm doing it." Harris had been planning to do an album of duets with blues elders. But after he accepted an invitation to visit Mali, and played a show with the great guitarist and troubadour Boubacar Traore, he got to thinking about collaborating with musicians over there. Then the Scorsese film came along, and Harris saw a way to bring the two ideas together. "The record was an outgrowth of my desire to collaborate with someone, and actually learn, and then to bring something that they could value as well. That was nice because the styles are so different in so many ways, but then there's this kernel of similarity at the core." Harris recognized that kernel of shared experience the first time he heard a recording of Ali Farka Toure. By the time he sat down to jam with Toure a decade later, Harris just knew what repertoire would work. Skip James's unusually mournful sound had always seemed to contain something ancient for Harris, and the Malian musicians easily found themselves in James's "Special Rider Blues" and "Cypress Grove." Robert Petway's "Catfish Blues", said to have influenced the young John Lee Hooker, and the model for Muddy Waters's "Rolling Stone", was also a natural choice, and the traditional ".44 Blues" makes a particularly satisfying connection with Souleyman Kane's funky calabash. Harris didn't want to belabor anything; nothing clever, contrived, or cutting edge, just easy spontaneity.

"There was no rehearsal," says Harris. "We just sat with Ali. We were there for five days and we got with him on three days for two hours each day. That was it. And before that, it was all just chillin' and eating and hanging at his crib." The wild card here was the music Toure would contribute, but once again, despite the desert heat, nobody broke a sweat. "There's some repertoire they played for me in the key of E which sounds just like Muddy Waters," says Harris. "There's one tune called "Rokie." You'd never know it's from Mali if you heard it, and they're telling me it's a traditional Tuareg tune."

For the Mississippi recordings, Harris went to songs that for him represent the core of the blues tradition in America. He stomps through "Big Road Blues" with Bobby Rush and Sam Carr, and brews up a one-of-a-kind rendition of "Station Blues" with Shardé Thomas and the Rising Star Fife and Drum Band. Next to Thomas' soulful, 12-year-old voice, Harris sounds like an old man, and the blend is pure magic against the syncopated, rolling rhythms of the drums. The moment Harris learned about Otha Turner's death, he thought of including Shardé "She's real gifted," he says, "real calm in her manner, very well brought up, intelligent, definitely someone to watch. From what I hear she also plays jazz flute, she reads, she plays piano, she sings, and she plays all the percussion." On Mississippi to Mali, Harris joins in on a performance of Shardé's signature tune, "Back Atcha."