h2 class="sidebar-title">Links muziekgek: maart 2007

muziekgek

Music is my first love, op deze weblog geef ik verslag van muzikale zaken waar ik mee bezig ben. Dat kan een internet adres zijn, een artiest of andere onderwerpen die met muziek te maken hebben.

dinsdag, maart 27, 2007

Archieven - www.fonos.nl

Nooit meer vruchteloos zoeken op platenbeurzen naar de vinylversie van dat nooit op CD uitgebrachte Nederpop album. Vanaf morgen zijn er via de website van Fonos CD-versies te bestellen van vinylalbums van ondermeer The Bintangs, The Meteors of de Zangeres Zonder Naam.
Fonos put uit het Nederlands Muziekarchief van Beeld en Geluid, de omroepbibliotheek van Hilversum. Machgiel Bakker verdeelt daar zijn tijd tussen het managen van de audio afdeling en Fonos. Niet dat de Fonos collectie van 15.000 vinylalbums dezelfde is als die waar de omroepmedewerkers vrijelijk hun vette vingers op kunnen plaatsen. Nee, het betreft een maagdelijke verzameling albums, die verkregen is uit een schenking van de NVPI, de overkoepelende organistatie van de platenindustrie.
Het digitaliseren van de Fonos-collectie is monnikenwerk. Het zal gebeuren naar aanleiding van bestellingen via de website. De elpee wordt dan naar digitale files overgeschreven en zonodig gerestaureerd door het bedrijf Tree-Top in Harderwijk. Vinylgek Bakker neemt zelf de foto's van de originele voor- en achterhoes voor de CD-inlay. Een andere medewerker van Fonos beschrijft de bibliografische informatie van de elpee voor op de achterkant van het CD-hoesje. Dat alles voor het luttele consumentenbedrag van 19,95 euro, en 1,95 euro als bijdrage in verzendkosten. "Er moet geld bij, het is commerciële zelfmoord natuurlijk. Maar het is een cultureel initiatief. Door het opzetten van de Fonos database hebben we ook veel kunnen leren voor het beter structureren van de Beeld en Geluid database".
Fonos bestaat voorlopig voor een proefperiode van een half jaar en ontving een bijdrage van de Mondriaan Stichting. Bakker verwacht dat Fonos een succes wordt, omdat een pilotproject via een Johnny Hoes verzamelaar reeds vele bestellingen opleverde. Daarbij ging het slechts om de vermelding van een piepklein logo. Fonos mag ook weer niet een te groot succes worden. Bakker: "Mocht een bepaalde titel storm lopen, dan mag de platenmaatschappij de exploitatie daarvan overnemen. Het is niet zo dat we denken gewoon wat plaatjes te gaan verkopen. Fonos wil de Nederlandse pop- en entertainmentcultuur op een hoger plan brengen." Van de grote platenmaatschappijen is Warner Music de enige die niet wil meewerken aan het initiatief. Het waarom wil Albert Slendebroek, managing director Warner Music Benelux, desgevraagd niet kwijt: "Daar hebben wij verschillende redenen voor, maar ik heb niet zoveel zin om via 3VOOR12 daar een discussie over te beginnen."

vrijdag, maart 16, 2007

Charles Mingus


Wat er allemaal niet te vinden is via google video.

Een Mingus concert van een uur opgenomen door de Noorse TV. Zak onderuit en geniet!
De bezetting: Charles Mingus - bass Eric Dolphy - alto saxophone, flute, bass clarinet Clifford Jordan - tenor saxophone Johnny Coles - trumpet Jaki Byard - piano Dannie Richmond - drums

klik op de volgende link:


Charles Mingus Sextet - Live_In_Oslo_(1964).avi

dinsdag, maart 13, 2007

Jimmy Rosenberg

Tragiek van een gitaarheld
Door André Waardenburg Artikel NRC

Regisseur Jeroen Berkvens begint zijn film over Jimmy Rosenberg met wat een mooi slotbeeld had kunnen zijn. De zigeuner jazzgitarist zit in zijn kamer in een psychiatrische inrichting op bed, met zijn gitaar op schoot. Hij pingelt wat. De camera filmt hem door de kier van de deur, we kijken tegen zijn rug aan en zien alleen zijn silhouet in de donkere kamer. Het shot ademt eenzaamheid en verlatenheid. Iemand die op zichzelf is teruggeworpen. Precies Berkvens bedoeling. Jammer dat hij vaker zijn toevlucht neemt tot dit type shot, gefilmd door kieren of ramen. Zo verliest de connotatie aan impact en betekenis.
De in 1980 geboren Jimmy Rosenberg is een wonderkind. Op heel jonge leeftijd speelt hij de sterren van de hemel en hij wordt, onvermijdelijk, al snel gebrandmerkt als opvolger van de legendarische swinggitarist (of manouche) Django Reinhardt. Rosenberg maakt vliegensvlug naam, krijgt een platencontract maar de roem levert ook druk op, waaraan hij ontsnapt door drugs te gebruiken.
Als zijn vader Macky in 1998 voor 15 jaar de gevangenis in moet, verliest Jimmy zich meer en meer in drugs. Hij jaagt al zijn geld – miljoenen guldens – er doorheen en laat zich opnemen in een psychiatrische kliniek.
In de documentaire van Berkvens doet de gitarist dit alles zelf uit de doeken, steevast met z’n gitaar in de hand. Berkvens filmt ook het moment waarop vader Macky weer vrijkomt en het leven van zijn zoon weer op orde tracht te krijgen. In een mooi shot observeert hij ze van de zijkant, als ze naast elkaar op de bank zitten. Macky praat op zoonlief in die op een gegeven moment afwezig in de ruimte staart. Hij is er geestelijk nog niet klaar voor. Dan volgt een focus pull naar de ogen van Macky, die streng en gedecideerd voor zich uit kijkt. Hij krijgt maar geen echt contact met zijn zoon. Dit soort opnamen zitten veel in de film: helder, direct en toch subtiel.
Gek dat Berkvens ook probeert meer ‘poëtische’ beelden in zijn film te verwerken: gordijntjes die traag in de wind bewegen, een grasveld vol achtergelaten schoentjes. Ze horen niet echt thuis in de film; in hun nutteloosheid leiden ze alleen maar af van de tragiek van een familie die uit elkaar valt. Het is alsof Berkvens die een beetje wilde verzachten.
Jimmy Rosenberg - de vader, de zoon & het talent. Regie: Jeroen Berkvens. In: 8 bioscopen.
7 maart 2007

dinsdag, maart 06, 2007

De melkfles van een technicus, artikel uit de NRC

De melkfles van een technicus

Hester Carvalho

De technische trucs die het geluid van The Beatles bepaalden (Popmuziek Interview)

Twee Amerikaanse geluidstechnici schreven een boek over de opnametechnieken en -apparatuur van The Beatles. Dankzij hen weten we waarom The Beatles klonken zoals ze klonken.
Als The Beatles een studiosessie planden, trokken de technici van de Abbey Road-studio strootjes. Want John Lennon, Paul McCartney, George Harrison en Ringo Starr waren niet alleen begaafd, ze waren ook onbeleefd en grillig.
The Beatles waren de eersten die nummers bedachten én uitwerkten in de studio. Niks oefenen in de garage, en liedjes in één keer opnemen in de studio tijdens een toegewezen dagdeel. The Beatles reserveerden Studio 2 in het Abbey Road-complex en verschenen uren na de afgesproken tijd, of helemaal niet. En als ze er waren, bij voorkeur s nachts, gebeurde er soms uren niets of werd er mompelend overlegd over de juiste vorm van een nieuwe compositie - terwijl de eerste technicus, tweede technicus, assistent-technicus, tape-operator, producer en assistent-producer maar zaten te wachten.
Deze opmerking staat aan het eind van Recording The Beatles, een boek over de experimenteerdrift van de groep. Het vier kilo wegende Recording The Beatles is in eigen beheer uitgegeven door Brian Kehew en Kevin Ryan. Deze twee Amerikaanse schrijvers/geluidstechnici deden jarenlang research naar de opnameapparatuur en opnametechnieken van The Beatles. Het resultaat biedt alles dat je ooit zou willen weten over de door The Beatles in Abbey Road gebruikte versterkers, microfoons, spuugschermpjes, bandrecorders, echoplaten, snoeren, voorversterkers, equalizers, compressors en luidsprekers. Dankzij Kehew en Ryan weten we nu merk en serienummer van iedere microfoon, en kennen we opnameschema's van elk nummer.
Al lezend krijg je bijna het gevoel dat je begrijpt waarom The Beatles klonken zoals ze klonken. Want achteraf lijkt het simpel: neem de zangpartijen twee keer op en laat de tweede take een beetje zweven - dat geeft een voller resultaat. Wil je een ruige viool stuur de opname niet door een maar door twee RS62-versterkers. Voor zover muziek een recept kan hebben, vind je het hier.
De Nederlandse producer Frans Hagenaars kreeg Recording The Beatles op 5 december, en had het de volgende ochtend uit. Hagenaars is bekend als producer van Nederlandse bands als zZz, Johan, Gem, Ellen ten Damme, Alamo Race Track, Daryll-Ann, Bettie Serveert en Van Dik Hout. Hij heeft een studio in Weesp en daar vertelt hij, met uitroeptekens, over het belang van Recording The Beatles. Het is, zegt hij, een ode aan de apparatuur van platenmaatschappij EMI, en EMI-studio Abbey Road.
Want in de jaren zestig was opnameapparatuur niet zomaar verkrijgbaar, het moest uitgevonden worden. Een EMI-team van onderzoekers en natuurkundigen in witte jassen was permanent op zoek naar de optimale geluidsweergave. Zij lieten versterkers en mengtafels maken in een eigen fabriek, exclusief voor de eigen studios: een paar in Engeland, een stuk of vijf in Frankrijk, twee in Duitsland. Verder was die apparatuur niet te koop. De eisen waren hoog: geen apparaat kwam de studio in zonder uitvoerig te zijn getest en doorgelicht. Er werden lijvige rapporten over geschreven. Dankzij die documentatie konden Kehew en Ryan nu hun werk doen.
dat die apparatuur uit de jaren zestig nog altijd als onovertroffen geldt, ook in het digitale tijdperk. Niet alleen de door EMI ontwikkelde apparaten, maar ook oermerken als Neve of Trident zijn populair. De Toerag-studio in Londen werkt alleen met analoge apparatuur. Daar namen hedendaagse bands als The White Stripes, The Datsuns en The Cribs hun platen op, om het authentieke sixties-geluid.
En ook in digitale opnametechniek is de invloed van oude technieken te vinden. Met digitale plug-ins, ofwel software-emulaties van beroemde EMI-apparaten, zoals de TG12413-Limiter, wordt het oude geluid benaderd.
Frans Hagenaars gebruikt in zijn studio uitsluitend analoge apparaten. Hij heeft wel een computer (ProTools) om mee op te nemen, omdat banden voor de bandrecorder tegenwoordig 450 euro per stuk kosten en hij er per cd-opname ongeveer tien nodig heeft.
Volgens Hagenaars is de opnametechniek sinds de jaren zestig nauwelijks verbeterd, omdat de mogelijkheden uitgeput zijn. Opnemen is het vangen van trillingen en die omzetten in elektriciteit. Er zijn niet zo heel veel wegen die naar Rome leiden. De basis daarvoor is gelegd in de jaren zestig, en die was optimaal. De V72-versterker, de Telefunken-microfoon, de Tannoy-speakers die in dit boek staan, die gebruik ik iedere dag. Het is niet uit romantiek dat ik met dat soort spullen wil werken. Romantiek is voor freaks, dit is mijn werk. Ze geven nu eenmaal de mooiste resultaten.
Hij wijst op een foto van de Curve Bender. Dit is zon fantastisch apparaat, een toonregelaar. Als je zingt in een microfoon krijg je vervorming, probeer maar eens tegen je hand te zingen, dat klinkt anders. Om die vervorming er later weer uit te krijgen ontwikkelde EMI een soort equalizer, oftewel toonregelaar, die zo zuiver en precies was dat ik hoor wanneer bijvoorbeeld de stem van John Lennnon wel of niet met de Curve Bender getoonregeld was.
Een eigen vondst van de Abbey Road-technici (George Martin was ook bij de opnamen als producer, maar zijn inbreng was eerder creatief dan technisch) was het double tracking. Een stem klinkt voller als hij twee keer wordt opgenomen en dan samengevoegd, juist door subtiele verschillen tussen beide opnamen. Dit werd door George Martin sinds 1963 steeds toegepast. Maar John Lennon, de luie Beatle, kreeg snel genoeg van het twee keer inzingen. Op zijn verzoek zocht technicus Ken Townsend naar een snellere oplossing, en vond ADT uit: Artificial Double Tracking. Vanaf dat moment werd hetzelfde effect bereikt door een subtiel gebruik van de delay-knop op de viersporenrecorder. Het zou de beroemdste, en meest geïmiteerde Abbey Road-truc worden.
Veel vernieuwing ontstond uit misbruik van de apparatuur. The Beatles, en met name Paul McCartney, waren gebrand op vooruitgang. Vuistregel was dat niets moest klinken als op de vorige lp. Tegen Ringo zei Paul speel eens iets anders, die snaredrum kennen we nu wel. Ze waren, zoals Kehew en Ryan schrijven, desperate for change. Effectpedalen bestonden nog niet, effecten werden bereikt door zelf iets uit te vinden. Als er een onderwater-sound nodig was, in Octopus Garden, werd de microfoon op aanraden van Lennon in de melkfles van een technicus gehangen. Toen George Harrison voor Savoy Truffel (1968) blazers opnam vond hij het geluid van één RS61-versterker te netjes. Hij wilde dat het kapot zou klinken, dus liet het geluid door nog een tweede RS61 voeren. Het geluid werd daardoor zo ruig en overstuurd, dat George Martin zich voor het terugluisteren bij de blazers verontschuldigde: Het zal anders klinken dan u gewend bent.
De ongewone omgang met apparatuur was exclusief voor The Beatles. Alleen zíj mochten met bepaalde apparaten experimenteren. Het gebruik van de curve bender, de toonregelaar, werd moreel afgewogen door de EMI-staf: mocht het geluid wel zo ver afraken van zijn natuurlijke staat? The Beatles gingen soms te ver. In Recording The Beatles staat dat Paul McCartney altijd gefrustreerd was over zijn basgeluid. Op Amerikaanse lps klonken de bassen voller; bij EMI werd veel laag uit het geluid gehaald omdat anders de naald uit de groef zou springen. Totdat Paul hoorde dat je een luidspreker ook als microfoon kunt gebruiken. Dát gaan we proberen, zei hij. De speaker werd voor Pauls basversterker gezet en inderdaad, de bas had nog nooit zo diep geklonken. Het werd de ruggegraat van Paperback Writer. De EMI-directie was not amused en de technicus die ermee had ingestemd de speaker op deze manier te misbruiken, kreeg een boete van één dag loon (die The Beatles hebben vergoed).
Al dat soort trucs gelden vandaag de dag nog steeds, zegt Hagenaars. Opnemen met een speaker in plaats van een microfoon is gemeengoed geworden. En ik verdubbel ook altijd de zang, om een voller effect te krijgen. De inrichting van Hagenaars studio is overzichtelijk. In de controlekamer staat een bijna twee meter brede mengtafel, er zijn twee rekken met versterkers, equalizers, compressors en oscillatoren, en twee computerschermen. Hij wijst op een zilveren kastje. Kijk, dit is een compressor. Die gebruik ik op dezelfde manier als technicus Geoff Emerick toen hij de drums van Ringo opnam. De compressor drukt het hardste signaal samen, en explodeert meteen erna: tok-plof. Dat geeft een zuigend, ruimtelijk effect. Op She Said, She Said en Tomorrow Never Knows kun je het horen. Ik heb het gebruikt bij het opnemen van House of Sin, van zZz.
over de opnametechniek heeft invloed op Hagenaars werkwijze als producer. Ik was al een beetje in die richting bezig, maar door dit boek is het versterkt, dat ik steeds simpeler wil werken. Toen ik die computer kocht realiseerde ik me dat de mogelijkheden nu onbeperkt zijn. Je kunt je druk maken om dat ene mislukte triangeltikje in het derde refrein, en het heel makkelijk vervangen door een nieuw triangeltikje. En dat doen muzikanten ook. Ze leveren in op geluidskwaliteit, want de analoge apparaten zijn in ieder geval beter, om eindeloos te kunnen pielen.
De spontaniteit bij het musiceren gaat verloren, vindt Hagenaars. Hier lees je hoe Ringo zijn drumpartij voor Tomorrow Never Knows inspeelde met de echo er op. Dat kon niet anders, je kon hem niet achteraf toevoegen. Dus ook de rest van de band speelde mee met die echo. Zo waren de Beatles altijd gedwongen om een directe prestatie te leveren. Dat doen muzikanten tegenwoordig niet meer, want het hoeft niet meer. Van mij moet het nu weer wel. Niet te veel microfoons, geen tijd verspillen met eindeloos instellen. Ik kan het drumstel wel met 64 microfoons opnemen, maar ik doe het met vijf. Je moet jezelf voor het blok zetten.
Bij muziek gaat het om de dynamiek van de uitvoering, om het samenspel. Ik wil de luisteraar een performance geven. Als de muzikanten dat niet willen, moeten ze mij niet vragen. Tijdens de opnamen van Sgt. Peppers Lonely Hearts Club Band (1967) hadden The Beatles door allerlei muzikanten instrumenten in laten spelen. Bijna geen een nummer werd door de hele band tegelijk uitgevoerd. Dit tot ongenoegen van Ringo. We hebben goed werk geleverd, zei hij er later over. Toch heb ik nooit echt van Sgt. Pepper gehouden. Ik voelde me een sessiemuzikant op mijn eigen plaat.
De apparatuur uit de jaren zestig geldt nog altijd als onovertroffen Paul McCartney was altijd gefrustreerd over zijn basgeluid
Datum:
02-03-2007
Sectie:
Cultureel Supplement
Pagina:
19
Info:
Recording The Beatles. The Studio Equipment and Techniques Used To Create Their Classic Albums. Door Brian Kehew en Kevin Ryan. Curvebender Publishing.
Foto-onderschrift:
Drie Beatles met hun opnameleider rond mengpaneel REDD.51 in Studio Two, 1964 STC 4038-microfoon Het drumstel van Ringo Starr, afgedekt met handdoeken om het geluid te dempen of vetter te maken V.l.n.r. een EMI RS56 Universal Tone Control (Curve Bender), een Abbey Road Altec 605A driver en een Stereo Correlator U47 (links) en U48 (rechts)
Trefwoord:
Popmuziek; Non fictie
Organisatie:
The Beatles
Persoon:
Brian Kehew; Kevin Ryan; Frans Hagenaars

leuk verhaaltje over www.youtube.com


Klik op de afbeelding om hem te vergroten.


maandag, maart 05, 2007

Blues mondharmonica

Op deze site gigantisch veel informatie over de "smoelschuif", Toots Thielemans noemde het altijd een broodje.

Dit is de link: http://www.bluesharp.ca/

Ik heb veel favorieten waaronder uiteraard Little Walter en James Cotton.

vrijdag, maart 02, 2007

Ion Audio een revolutionair instrument

Ion Audio klik op de link om er over te lezen.