Jean Toots-Nog altijd zotte rakker
Toots Thielemans: Nog altijd zotte rakker door Didier Wijnants
We hebben het allemaal van Johan De Poortere mogen vernemen via de radio: na zijn recente concert in Carnegie Hall behoort Toots definitief tot de groten van de jazz. En dat hij toch wel met echte jazzlegendes als Ivan Lins en Oscar Castro-Neves mocht optreden! Lins? Castro-Neves? Laat ons eerlijk zijn: als het om jazz gaat, is Toots zonder meer een reus naast deze dwergen.
Maar het gaat natuurlijk niet alleen over jazz, zeker niet in de merkwaardig interessante loopbaan van ons aller lieveling Toots Thielemans.
Ach, hij is zo pienter en oprecht tegelijk, je hebt er eigenlijk nooit echt vat op. Op het podium en daarnaast gedraagt hij zich als het sympathieke volksmannetje, altijd paraat voor een lieve kwinkslag, verpakt in veel woorden, 'sotto voce' maar wel 'allegretto' uitgesproken in een erg vaardige mengeling van Brussels en Engels.
Alleen al aan zijn spreken merk je dat hier een heel intelligente man achter schuilgaat, veel meer dan het simpele ketje uit de Marollen die het geluk in New York is gaan zoeken.
Dat ketje was immers zijn tijd vooruit. Hij wist al in de jaren vijftig dat het huwelijk tussen jazz en entertainment geen definitieve dood gestorven was. Dat leek toen nochtans zo na de teloorgang van de swingorkesten, de vestiging van bebop als jazznorm en het succes van rock-'n-roll.
Toots speelde bebop als de besten, in 1949 en 1952 nog met Charlie Parker himself. En hij werd in het milieu meteen erg geprezen, niet alleen voor zijn gitaarspel, maar later vooral voor zijn curieuze beheersing van het fluiten en het improviseren op de chromatische mondharmonica.
Vandaag zou zo'n man onthaald worden als een geniaal multi-instrumentalist, toen werd hij nog ingedeeld in de categorie van strijders met kromme wapens: de rubriek 'diverse instrumenten' in de jaarlijkse rondvraag van het toonaangevende jazzmagazine Down Beat.
Toots heeft die Down Beat-poll natuurlijk op zijn manier van antwoord gediend, want hij wint in die kromme categorie elk jaar, zo goed als onafgebroken sinds meerdere decennia. En dat hoewel hij bewust gekozen heeft voor een carrière buiten het strikte jazzmilieu.
Ook dat gebeurde al in de jaren vijftig, toen hij voor het kwintet van pianist George Shearing koos.
Filmcomponisten deden op hem een beroep, Quincy Jones deed er zijn voordeel mee, zelfs Sesamstraat en Baantjer hebben een deel van hun identiteit aan Toots Thielemans te danken. Toch wordt Toots daar niet hoogmoedig van, geen haar op zijn hoofd denk eraan.
Hij blijft ook consequent jazz spelen met de top. Waarnemers doen nogal lyrisch over zijn dialoog met Herbie Hancock op het recente concert in Carnegie Hall. En dan weet je inderdaad dat je met topkwaliteit te doen hebt. Zelfs op zijn leeftijd beheerst Toots nog alle knepen van het vak. En wat hem vooral uniek maakt, is zijn onnavolgbare sonoriteit, herkenbaar van op afstand en goed voor de eeuwigheid.
Wie heeft overigens voor deze uitstekende timing gezorgd? Morgen is het 29 april: de 107de verjaardag van Duke Ellington en de 84ste van Toots Thielemans.
Elke vrijdag schrijft jazzmedewerker Didier Wijnants over de muzikant die aan bod komt in de spaaractie 'First Class Jazz'.
<< Home