Geen doetje!
‘Ik zing over wat iedereen aangaat’
Na ruim vijftien jaar komt Oumou Sangaré met een nieuw album. De Malinese zangeres is een fel strijdster voor vrouwenrechten. En ook als ondernemer toont ze engagement.
DoorGeen woorden maar daden, lijkt het devies van de Malinese zangeres Oumou Sangaré. Vanaf haar debuut Moussolou (‘Vrouwen’) heeft ze zich laten horen als een vrouw met een missie: het verbeteren van de positie van de Malinese vrouw. Dat doet ze ook weer met de teksten op haar nieuwe album Seya, zoals morgen zal blijken op het optreden in Amsterdam.
Oumou Sangaré overdonderde met haar eerste album in 1990 Mali en heel West-Afrika door de onverbloemde wijze waarop ze polygamie, gedwongen huwelijken, en meer in het algemeen de onderdanigheid van de vrouw in de moslimmaatschappij aan de kaak stelde. Ze maakt muziek met een opgeheven vinger. En ook al versta je de woorden niet, je voelt de boodschap in haar doordringende en tegelijkertijd zachte stem die wordt opgestuwd door de karagnan, een metalen rasp, en het nerveuze staccato van de kamel’ngoni, de ‘harp van de jeugd’. Het zijn de instrumenten van de jagerscultuur Wassoulou waar Sangaré uit afkomstig is.
In Diaraby Nene (‘Liefdesrillingen’), dat een ongekende hit werd, bezong ze voor het eerst openlijk de vrouwelijke sensualiteit. De toen 21-jarige Sangare zorgde voor veel rumoer en maakte met het succes van haar funky Wassoulu sound een einde aan de muzikale hegemonie van de griots, de kaste die sinds eeuwen de nobelen en de machtigen toezingt. Sangare is zelf niet afkomstig uit die kaste. „Wij zangvogels van Wassoulou, zingen voor iedereen, over dingen die de hele maatschappij aangaan. Vroeger kon je in Mali alleen zingen als je een griot was, wij hebben dat opengebroken.”
Sinds 1993 nam Sangaré geen album meer op. World Circuit, het beroemde label van Nick Gold, de producer die onder meer Ry Cooder met de ‘maliblueszanger’ Ali Farka Touré en ook de Buena Vista Social Club grootmaakte, bracht in 2003 nog een compilatie-cd op de markt: Oumou.
Met Seya (‘Vreugde’) is ze nu terug en verblijdt ze niet alleen haar Malinese en westerse fans, maar zeker ook haar label. „Omdat ik zolang niets van me had laten horen, wou ik vooral een vrolijk geluid brengen. Maar ik probeer er natuurlijk altijd een paar boodschappen in te schuiven, een goede raad voor het land.”
De eerste gezongen regel van Seya laat er geen misverstand over bestaan: „Voor ik uitgehuwelijkt werd, was ik een grote Sounsoum (boom uit de Wassouloustreek)/ nu ben ik een klein boompje”. En ook elders op het album plaatst ze een dringende oproep: „Jij, vader, die je dochter verplicht te trouwen, je verwoest haar leven, als ze nog geen borsten heeft.”
Hoewel er in Mali veel verbeterd is de afgelopen jaren, valt er nog volgens Sangaré nog veel te doen, ook op het terrein van vrouwenemancipatie. Haar strijdlust komt voort uit een jeugd met een polygame vader. Deze vertrok met een tweede vrouw naar Ivoorkust toen ze twee was. Vanaf haar vijfde zong ze met haar moeder op de traditionele doop- en bruiloftsfeesten op straat. Als dertienjarige werd ze met haar stem kostwinner voor de overige vijf kinderen, toen haar moeder naar Senegal reisde om daar wat geld te verdienen. „Die ervaringen hebben me gehard. Geen hindernis is me te hoog.”
Het titelnummer Seya is een „ode aan de kracht en moed van de Malinese vrouw”, aldus Sangaré. „Seya is een meisje dat met veel vreugde door het leven gaat. Ze is blij met zichzelf. Op de markt koopt ze van marktkoopvrouwen de ‘bazin’, de stoffen met veelkleurige prints, die we voor onze gewaden gebruiken. Het zijn de Malinese vrouwen die alle kleuren van de aarde uitstralen.”
Sangaré, die met landgenoot Salif Keita de bekendste vertegenwoordiger is van de muzikale rijkdom van het straatarme Mali, ontpopte zich in de afgelopen jaren als een succesvolle zakenvrouw. „Op een dag bedacht ik me dat het zinvoller was het geld dat ik met mijn muziek verdien, te investeren dan op de bank te zetten”, vertelde ze aan het (zwarte) vrouwentijdschrift Amina. „Met mijn projecten wil ik Mali vooruithelpen. Het land moet een beetje meeprofiteren van Oumou. Ik wil een voorbeeld zijn voor vrouwen en jonge Malinezen.”
Sangaré is de eigenaar van Hotel Résidence Wassoulou in Bamako, waarvan ze de bouw hoogstpersoonlijk vanaf de steigers controleerde. Ze gaf haar naam aan een rijstsoort „om de verkoop te stimuleren”. Ook kocht de zangeres, die ambassadrice is voor de Wereld Voedselorganisatie FAO, een stuk land even buiten de hoofdstad, waar ze sinaasappels, mandarijnen en maïs verbouwt en waar ze Nederlandse melkkoeien met Afrikaanse hoopt te kruisen. „Afrika moet in haar eigen voedsel voorzien, we moeten iets doen tegen de leegloop van het platteland.”
Daarnaast importeert ze terreinwagens uit China. De Afrikaanse diva mag graag vertellen hoe ze in een chique Parijse haarsalon in een magazine las over een goedkoop Chinees model 4x4 en er meteen een alternatief in zag voor de onbetaalbare Toyota Landcruisers of de gebruikte Landrovers uit Europa die op de Afrikaanse markt worden verkocht. „Ze kosten evenveel als een nieuwe Chinese pick-up. Ik dacht: een gat in de markt.” Toen ze met haar advocaat en een lid van het Malinese parlement aanklopte bij het hoofdkantoor van de Gonow Auto Co Ltd bij Shanghai, bleek de salesmanager een fan. „‘Bent u dé Oumou Sangaré?’ De man rende naar zijn laptop. ‘Kijk, ik heb net naar een paar nummers van u geluisterd’.”
De deal was snel beklonken en Mali’s president Amadou Toumani Touré knipte in 2006 hoogstpersoonlijk het lint door bij de lancering van het nieuwe model. Sindsdien rijden de ‘Gonow Oum Sangs’ door de stoffige straten van Bamako.
Labels: Afrikaans, Oumou Sangaré, Wereldmuziek
<< Home